‘Het helpt als je je straf in eigen land mag uitvoeren’, interview met Marina Beun
Lees meer
Ze houdt haar jas stevig om zich heen geslagen, haar armen over elkaar heen. Als ze praat, trilt haar kin lichtjes. Ans haar broer is zeven maanden geleden opgepakt aan de grens tussen Spanje en Frankrijk, en zit sindsdien in Frankrijk in de gevangenis. Door corona heeft ze hem al die tijd niet gesproken of gezien en ze heeft nauwelijks een idee hoe het met hem gaat. Met de Kerst voor de deur is het een zware periode. “Soms heb ik het idee dat ik zelf ook vastzit.”
Maar vandaag is ze niet de enige met verdriet over een familielid dat vastzit. Op het hoofdkantoor van Reclassering Nederland zitten vijf groepjes familieleden – op gepaste afstand – bij elkaar voor de zogeheten Thuisfrontinformatiedag. Een dag die georganiseerd wordt door Bureau Buitenland, de afdeling van de reclassering die zich bezighoudt met in het buitenland gedetineerde Nederlanders, en die familie voorziet van informatie hierover.
De ochtend begint met een kopje koffie, op gepaste afstand van elkaar en met een mondkapje op. Dan legt collega Eva van Bureau Buitenland uit hoe de werkwijze is zodra iemand in het buitenland opgepakt wordt, waarna er een videobelgesprek wordt opgestart met twee mensen van het IOS, het onderdeel van DJI dat zich bezighoudt met internationale strafoverdrachten. Nadat ook iemand van Buitenlandse Zaken een verhaal heeft gehouden en Gerdine van Gevangenenzorg Nederland heeft aangegeven dat de familieleden via haar organisatie gekoppeld kunnen worden aan een vrijwilliger bij wie ze kunnen uithuilen of met wie ze kunnen praten, is het tijd voor het zogenaamde ‘lotgenotencontact’. Eva begeleidt dit uur en vraagt de familieleden met name: wat voor emotie voel je als je denkt aan je broer of zoon in de gevangenis, en nu vooral in coronatijd.
Machteloosheid, verdriet, boosheid en frustratie zijn woorden die veel genoemd worden. Ans: “Je hebt geen idee wat er op je afkomt als je broer in het buitenland gevangen wordt genomen. Mijn broer heeft een eigen bedrijf, in zijn eentje, en wij weten van de bedrijfsvoering níets. Dus klanten en leveranciers stelden allerlei vragen of maakten vervelende opmerkingen over niet betaalde rekeningen of niet uitgevoerde opdrachten, en wat konden we zeggen?” De andere familieleden knikken bevestigend, ook zij hebben dit soort dingen meegemaakt.
Corona blijkt verschillend effect te hebben op de aanwezigen. De ouders van de jongen in Noorwegen zien het als een zegen: sinds corona mag hun zoon wekelijks 20 minuten met hen video-bellen, dat was daarvoor niet mogelijk. Een moeder van een jongen die vastzit in Tsjechië echter wordt er alleen maar heel verdrietig van: “Hij mag niet bellen en opgestuurde brieven komen niet aan. Hij wordt binnenkort voor de tweede keer vader, maar daar heeft hij zelf geen enkel idee van doordat we hem niet kunnen bereiken!”
Wat opvalt, is dat iedereen alles op alles zet om zijn gedetineerde familielid te helpen. Soms ten koste van de eigen gezondheid. Zo vertelt een jongedame met rood haar dat ze dag in dag uit bezig is met haar broer. “Ik begon me een paar weken geleden echt overspannen te voelen. Sinds mijn broer vastzit, heb ik elke nacht nachtmerries. Ik werd er zo emotioneel van, zo labiel. Toen heb ik ook bedacht: hij moet zelf ook maar eens een belletje plegen of een organisatie benaderen.” Eva bevestigt dat dit een valkuil is: “Familie denkt vaak dat een gevangene niets kan doen vanuit de gevangenis, maar vaak valt dat echt mee. Ze kunnen brieven schrijven en heel soms bellen, en met een brief krijg je soms best veel voor elkaar.”
Een oudere dame in het gezelschap, Trudy, geeft daarop aan, dat ze haar al 11 jaar in Duitsland opgesloten broer ook nooit vertelt hoe het met haar gaat en wat ze doet. “Wat heeft hij eraan om te weten dat ik leuke dingen doe met mijn man en vriendinnen? Dan voel ik me alsof ik hem de ogen uitsteek.” De reacties van de rest van de groep zijn fel. Een Brabantse reageert: “Ik vertel mijn zoon júist alles wat ik doe. Ik vind dat hij moet weten dat ons leven gewoon verder gaat, ook zonder hem. Hoe hou je dit al 11 jaar vol?” Trudy begint te huilen en voegt toe dat ze ook al 11 jaar niemand om zich heen vertelt van haar broer. “Mensen oordelen zo snel, ik ben gewoon bang dat ze me zullen afwijzen.” Het meisje met het rode haar wordt er zichtbaar emotioneel van en steekt Trudy een hart onder de riem: “Mijn broer zit nu vijf maanden vast en ik ben er al bijna overspannen van. Het doet me echt pijn dat je dit nu zegt. Hoe hou je dit al 11 jaar vol? Als je ooit met iemand wil praten over je broer, of over wat dan ook….” “Dat is lief”, reageert Trudy, terwijl ze de tranen van haar gezicht veegt.
Deze Thuisfrontinformatiedag bevalt goed, zoveel is duidelijk. De familieleden hebben duidelijkheid gekregen over de rol van de reclassering en Bureau Buitenland, over die van BuZa, de ambassade, IOS en Gevangenenzorg Nederland. Maar vooral hebben ze hun hart kunnen luchten bij lotgenoten en samen kunnen praten over hoe heftig het is dat hun broer, zoon, neef gevangen zit in deze ingewikkelde coronatijd, en dan ook nog daags voor Kerst. Toch is er voor sommigen in deze situatie ook een ‘silver lining’. Ans: “Sinds mijn broer gevangen zit, zegt hij opeens dat hij van me houdt, en dat ie dankbaar is voor wat ik voor hem doe, en dat ie me mist. Dat heeft hij in de afgelopen 43 jaar nog nooit gezegd. En daardoor voelt hij toch een beetje dichtbij.”
Lees meer
Lees meer