Interview met een ex-gevangene
Lees meer
Voor het steunen van Nederlandse gevangenen in het buitenland hebben wij hulp nodig van consulaire medewerkers.
Om te beginnen is het belangrijk dat we weten wie er in de gevangenissen zitten. Of dat aan ons doorgegeven mag worden, bepaalt de gevangene. Contact, ook met ambassades en consulaten, is op vrijwillige basis. Als een consulaire medewerker een informatiepakket geeft aan een gevangene, zou daar ons aanmeldformulier bij moeten zitten, samen met een folder “opgepakt in het buitenland, wat nu?” en een antwoordenvelop.
Ook kan de gevangene op een toestemmingsformulier aankruisen dat zijn gegevens met Bureau Buitenland gedeeld mogen worden. Zo ja, dan kunnen de gegevens via de case manager op het ministerie in Den Haag worden doorgegeven aan Bureau Buitenland. Als er een vrijwilliger beschikbaar is voor die gevangenis kunnen we deze alvast vragen om op bezoek te gaan. Ook kunnen we een brief schrijven aan de gevangene met het verzoek of deze het aanmeldformulier wil invullen. Doet de gevangene dat niet, dan stopt het bezoek van de vrijwilliger na drie keer.
Bureau Buitenland heeft een wereldwijd netwerk van vrijwilligers die de Nederlandse gevangenen in hun regio namens BB bezoeken. Hoe vrijwilligers toegang krijgen tot een gevangenis verschilt per land; soms is assistentie van een ambassade of consulaat nodig.
Vrijwilligers maken van elk bezoek een verslag. Een deel van het verslag gaat ook naar de consulaire afdeling. Een vrijwilliger bezoekt een keer per zes tot acht weken.
Als we een nieuwe vrijwilliger hebben gevonden, dan willen we ook graag dat deze kennis maakt met de consulaire medewerkers.
Lees meer
Lees meer
Lees meer